Project storage Faculty of Science

From ICT science
Revision as of 14:29, 1 May 2018 by Holle104 (talk | contribs) (Created page with "{{switch|Project space|en}} Voor dataopslag die toegankelijk moet zijn voor groepen van personen zijn projectruimtes beschikbaar. __TOC__ ==Basisfunctionaliteit== {{floatbox...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
English version

Voor dataopslag die toegankelijk moet zijn voor groepen van personen zijn projectruimtes beschikbaar.

Basisfunctionaliteit

Project- of scratchruimte?
Projectruimte is de ideale manier om gegevens te ontsluiten voor een groep gebruikers. Binnen een projectruimte kunt u een website inrichten. Via het webinterface kunt u ook data aanbieden aan niet-UU publiek.
Scratchruimte kan worden gebruikt voor dataopslag, en is ook toegankelijk voor groepen. U kunt geen webinterface inrichten, en er worden geen backups gemaakt.

De toegang tot een projectruimte wordt geregeld door zogenaamde access control lists. Gebruikers (medewerkers, studenten of gasten) kunnen lees/schrijfrechten krijgen, danwel alleen leesrechten. Deze rechten gelden voor de gehele ruimte, het is niet mogelijk om de rechten per folder te regelen.

U kunt data beschikbaar stellen voor gebruikers buiten de UU via een webinterface op de projectruimte.

Hoe ontsluit u een projectruimte?

Met Windows 7

Open in een Windows Explorer het adres \\projects.science.uu.nl\<projectnaam>

U kunt een projectruimte koppelen aan een drive-letter:

  • Open My Computer (of Windows Explorer) en kies Tools → Map Network Drive...
  • Selecteer een drive-letter.
  • Geef op met welke projectfolder u een verbinding wilt maken.
  • Eventueel kunt u de optie Reconnect at logon aanvinken: hiermee blijft de verbinding bestaan, ook als u uw systeem opnieuw start.
  • Klik Finish; er kan gevraagd worden om uw Solis-id en -wachtwoord.
  • De nieuwe drive verschijnt in de lijst met beschikbare drives.

U kunt ook gebruik maken van het commando net use

  • Open Start → All Programs → Accessories → Command Prompt. Voer het volgende commando uit:
net use <drive> \\projects.science.uu.nl\<projectnaam> /user:soliscom\<solisid>
  • Geef voor <drive> een beschikbare driveletter op, bijvoorbeeld z:.
    Voor <projectnaam> vult u de naam van het project in.
    Bij <solisid> vult u uw eigen Solis-id in.
    Nadat u uw wachtwoord heeft ingevuld, wordt de verbinding tot stand gebracht.
  • Gebruik eventueel de parameter /persistent:yes om de verbinding in stand te houden, ook als u opnieuw inlogt.
  • Gebruik net use /help voor een overzicht van mogelijkheden.

Met WebDAV (Windows en OSX, ook van buiten het UU-netwerk, geen VPN nodig)

Maak een verbinding met https://intercon.science.uu.nl/projects. U krijgt nu alle projectruimtes te zien, maar u kunt alleen die ruimtes openen waar u toegangsrechten voor heeft gekregen.

Windows 7

De facultaire fileserver is ook via WebDAV over https te bereiken, een VPN-verbinding is dan niet nodig.

  • Open My Computer (of Windows Explorer) en kies Tools → Map Network Drive...
  • Selecteer een drive-letter.
  • Geef het adres https://intercon.science.uu.nl/projects op en verbind.

OSX

De facultaire fileserver is ook via WebDAV over https te bereiken, een VPN-verbinding is dan niet nodig. Dit kan in principe via de OSX Finder, waarmee echter geen schrijfrechten worden toegekend. Als alternatief kunt u Cyberduck gebruiken:

  • Download Cyberduck en zet daarmee een WebDAV (http-)connectie op.
  • Geef het adres https://intercon.science.uu.nl/projects op en connect.

Met Windows 7 over SSL (ook van buiten het UU-netwerk, geen VPN nodig)

Onder Windows 7 kunt u ook een koppeling maken via het SSL-protocol, met gebruik van het commando net use.

  • Open Start → All Programs → Accessories → Command Prompt. Voer het volgende commando uit:
net use <drive> \\intercon.science.uu.nl@SSL\webdav.projects\<projectnaam> /user:soliscom\<solisid>

of mogelijk:

net use <drive> \\intercon.science.uu.nl@SSL\projects\<projectnaam> /user:soliscom\<solisid>
  • Geef voor <drive> een beschikbare driveletter op, bijvoorbeeld z:.
    Voor <projectnaam> vult u de naam van het project in.
    Bij <solisid> vult u uw eigen Solis-id in.
    Nadat u uw wachtwoord heeft ingevuld, wordt de verbinding tot stand gebracht.
  • Gebruik eventueel de parameter /persistent:yes om de verbinding in stand te houden, ook als u opnieuw inlogt.
  • Gebruik net use /help voor een overzicht van mogelijkheden.

Met Linux

Login op een Linux interactive shell, en ga naar de directory /home/projects/<projectnaam>. Deze directory is read only gemount in het Linux-image van leerzaal-PC's, als /home/projects.

Met sFTP

Zie onder persoonlijke opslagruimte.

Webinterface op een projectruimte

Het beste webplatform voor uw project
ICT-Bèta biedt meerdere webplatforms, en kan u desgewenst adviseren welk platform het best past bij uw wensen.
Als u bij uw aanvraag voor projectruimte om een webinterface vraagt, krijgt u hier ook advies over.

U kunt een deel van de projectruimte inrichten als website. Hiervoor moet u in de root van de projectruimte een directory 'www' maken. De project-website werkt op dezelfde manier als een persoonlijke website, met de volgende aanpassingen:

  • Een projectwebsite wordt niet automatisch getoond na het aanmaken van de directory www, tenzij dit bij de aanvraag is aangegeven (zie verder).
  • De website wordt getoond op het adres
    http://www.projects.science.uu.nl/<projectnaam>
  • Voor de naam van een projectwebsite gelden een paar beperkingen: spaties zijn niet toegestaan, evenmin als bijzondere lettertekens; idealiter bevat de naam van een projectwebsite alleen letters a-z en cijfers 0-9.

Projectruimte aanvragen

U kunt een projectruimte aanvragen via het intakeformulier. Wilt u bij aanvraag het volgende vermelden:

  • eenvoudige naam voor de projectruimte;
  • wie er lees/schrijf-toegang moet hebben (bij voorkeur als lijst van Solis-id's);
  • wie er alleen lees-rechten moet hebben (bij voorkeur als lijst van Solis-id's);
  • als de projectruimte ook een webinterface moet hebben: de webnaam (bij voorkeur alleen letters a-z en cijfers 0-9).

Zie ook